Boom (plant) - Wikipedia. Een boom is een overblijvende plant met een verhoutestam en een kroon (kruin). Er is geen eensgezindheid over de omschrijving van een boom. De meeste definities noemen het bezit van . De vegetatielaag boven de acht meter in een vegetatie is de boomlaag, daaronder heet het struiklaag. Een boom kan afhankelijk van de soort tot meer dan honderd meter hoog worden en groeien op zeer verschillende gronden. De mangrovesoorten groeien zelfs in brak water. Een boom kan afhankelijk van de soort en de omstandigheden heel oud worden, van vele honderden tot enkele duizenden jaren. Zo kan de Japanse notenboom meer dan 1.
China is de oudste Japanse notenboom ongeveer 3. Wilg en populier behoren tot de boomsoorten die meestal niet meer dan honderd jaar oud worden. Vanwege het formaat spelen bomen vaak een hoofdrol in levensgemeenschappen met een boomlaag. Vogels bouwen er hun nest, mossen, korstmossen, schimmels en algen leven epifytisch op de stam, op de takken en soms op de bladeren. Schimmels leven in symbiose met of parasitair op of in de boom. Insecten leven van de bladeren of het hout (onder andere houtworm). Sluipwespen parasiteren weer op deze insecten. Ook is de boom vanwege de vruchten en zaden een belangrijke voedselbron voor onder andere apen, eekhoorns en vogels. Browning van beneden naar boven in evergreens wordt meestal veroorzaakt door milieu-omstandigheden of ziekte. Evergreens zijn vatbaar voor ziekten die hun gezondheid en uiterlijk be. Een artikel in het Eindhovens Dagblad over het al of niet verbieden van MSN op school. In dit artikel ligt zoals gebruikelijk de focus op de negatieve kant van MSN. Een ouderavond verzorgd door de Kinderconsument heeft de. Ik zit in een cafeetje (Clipstudio.nl) - Duration: 2:46. Boom bij de erfgrens Burenrecht. Burenruzies spreken tot de verbeelding en ruzies over bomen en heggen staan op . De Rijdende Rechter kan er zelfs een tv-programma over maken. De mens gebruikt de boom naast voedselproductie en sier ook voor de productie van timmer- en brandhout en papier. Om deze cilinder van hout bevindt zich een laag van delingsweefsel, het cambium, dat naar binnen toe hout (secundair xyleem) en naar buiten toe bastweefsel (secundair floeem) afzet. Hierdoor groeit de boom in de dikte: de zogenaamde secundaire diktegroei. Afhankelijk van het klimaat kan een boom, al dan niet, groeiringen vormen. In het geval dat een boom elk jaar . Het staat echter niet zonder meer vast dat er elk jaar een ring gevormd wordt; ook schijnjaarringen komen voor. Met behulp van een Presslerboor, een speciale houtboor die net zo werkt als een appelboor, kan van een levende boom tot in het hart van de stam een cilindervormig stukje hout uitgeboord worden. Hieraan kan dan de groeigeschiedenis (zie: dendrochronologie) van de boom afgelezen worden. In enkele boomsoorten is meer dan . Er wordt een nieuw begin gemaakt. Dit verschijnsel heet re. Bij sommige boomsoorten kan apicale dominantie ervoor zorgen, dat een van deze takken uitgroeit tot een boom en dat de groei van de overige takken wordt onderdrukt. Het plantenhormoonauxine co. Vaak treedt er echter een bossige groei op, waarna door snoeien alle takken (op . Een stabiele boom is voldoende bestand tegen gebeurtenissen als storm en zware sneeuwval. De stabiliteit van bomen kan worden uitgedrukt aan de hand van de h/d- verhouding. Dit is de verhouding tussen de hoogte in meters en de diameter op borsthoogte (dbh) in cm van de boom. De h/d- verhouding wordt berekend aan de hand van de volgende formule: hd=boomhoogtedbh. Vanaf een waarde van 9. In bossen kan de h/d- verhouding be. Jonge bomen hebben vaak een hoge h/d- verhouding. Dit komt doordat jonge bomen eerst sterk naar het licht, en dus in de hoogte, groeien. Pas later wordt er ge. Zo ontstaan lange, dunne bomen. Voor deze jonge bomen is dit vaak geen groot probleem, zolang zij omringd worden door andere bomen. Als ze vrijgesteld worden, bijvoorbeeld vlak na een dunning, zijn ze extra gevoelig voor stormschade. De stabiliteit van een bos kan verhoogd worden met behulp van dunning. Door te dunnen krijgen bomen meer ruimte en kunnen ze diktegroei beginnen te ontwikkelen. Een boom kan eveneens onstabiel worden doordat de stam van binnenuit begint te rotten. Als de stam een te groot aandeel rot hout vertoont, zal hij bij de volgende storm omvallen. Om dit te vermijden kan er een studie uitgevoerd worden via de VTA- techniek (Visual Tree Assessment), eventueel aangevuld met een onderzoek met de tomograaf. Aan de hand van het zo verkregen Tomogram kan de stabiliteit berekend worden. Een tak is een onderdeel van een boom of struik. Op de takken staan de blad- , bloem- en eventueel gemengde (bladeren en bloemen in dezelfde knop) knoppen. De knoppen kunnen tegenover elkaar, in kransen of verspreid staan. Aan het eind van de tak staat een eindknop. Officieel is een tak pas een tak als die drie jaar oud is. Daarvoor wordt het een twijg genoemd. Een twijg is dus een 1- of 2- jarige houtige stengel. Ze zien er niet altijd uit als bladeren, maar hebben soms een zeer smalle bladschijf, zoals bij naaldbomen. Er zijn bladverliezende en groenblijvende bomen. De loofbomen in de gebieden buiten de tropen en subtropen verliezen hun blad waardoor ze een droge of een koude periode kunnen overleven. De meeste naaldbomen behouden echter hun naalden. Loofbomen in de tropen kunnen afhankelijk van de soort hun blad behouden of verliezen. Bladverliezende soorten laten hun blad in de droge tijd vallen en passen daarmee hun waterbehoefte aan. Uit het zaad wordt een hoofdwortel of penwortel gevormd. Deze wortel kan diep in de grond doordringen en zorgt voor een belangrijk deel voor de verankering van de boom. Door het wegspoelen van grond kunnen de wortels gedeeltelijk bloot komen te liggen. Sommige soorten maken ook luchtwortels. Bij bomen treedt pas bloei en vruchtdracht op nadat ze overgaan zijn van de juveniele naar de volwassen (adulte) fase. Daarnaast komt bij veel soorten beurtjaren voor. In het jaar met een zware vruchtdracht wordt wel van een mastjaar gesproken. Hierna treedt 1 tot 4 jaar geen vruchtdracht op, omdat de boom over onvoldoende reservestoffen beschikt. In de fruitteelt worden beurtjaren tegengegaan door de aanplant van rassen die weinig beurtjaar gevoelig zijn en door vruchtdunning. Bloei kan optreden op kortloten, langloten of op beiden. Tussen de boomsoorten zijn hier verschillen in. Aan bomen komen in het algemeen dezelfde typen vruchten voor als aan kruidachtige planten. Sommige bomen, zoals de cacaoboom, heeft cauliflore vruchten. De bloei en vruchtdracht vinden op de stam plaats. Cauliflorie maakt het mogelijk om zware vruchten te vormen, die door zwakkere takken niet gedragen zouden kunnen worden. Bomen kunnen naar gebruikstype als volgt gerangschikt worden: Bosboom onder andere eik, es, beuk, den, spar. Laanboom onder andere linde, eik, populier, beuk. Straatboom onder andere berk, eik, beuk, esdoorn, paardenkastanje, sierkers. Parkboom onder andere linde. Sierboom o. a sierkers, magnolia. Kerstboom. Herdenkingsboom vooral linde onder andere bij geboorte leden Koninklijk Huis, 5 mei bevrijding Tweede Wereldoorlog. Vrijheidsboom. Fruitboom onder andere appel, peer, kers, perzik. Hakhoutstoel of stubbel in natuurgebied De Wilde Kamp bij Garderen. Door het winnen van hakhout in vroeger jaren zijn er zogenaamde hakhoutstoelen of strubben ontstaan. Een hakhoutstoel bestaat uit meerdere stammen, die allen tot hetzelfde individu behoren en kunnen wel twintig meter in doorsnee zijn. Op onder meer de Veluwe en in Drenthe komen nog hakhoutstoelen van de eik voor. Dood hout wordt in het bijzonder in de biotoop- en soortenbescherming gebruikt als verzamelbegrip voor afgestorven bomen of delen daarvan. Grofweg onderscheidt men daarin staand dood hout, oftewel nog niet omgevallen afgestorven bomen of hun delen, en liggend dood hout, dat al op de grond ligt. Wereldwijd worden bomen gebruikt als heiligdom en in West- Europa was dit vooral in voorchristelijke tijden het geval. Bij deze bomen voerde men rituelen uit. Een voorbeeld van een nog steeds bestaande boom is de Heilige Eik bij Den Hout (Oosterhout). In de Noordse kosmogonie is Yggdrasil de naam van de 'Wereldboom'. Ook in vroeg- christelijke tijden werden bomen gebruikt. Zo bestonden er lapjes- of koortsbomen, waaraan lijfgoed werd gehangen in de veronderstelling dat koorts daardoor verminderde. Anno 2. 00. 5 zijn er nog steeds lapjes- of koortsbomen te vinden in het Liesbos bij Breda en bij de Sint- Walrickskapel van Overasselt. Vergelijkbaar is de breukenboom in Yde. Ook de kinderboom, de boom waar de kinderen vandaan komen, is een overblijfsel van oud bijgeloof. Zie ook boomheiligdom. Uitspraken over bomen. Hieruit kan een boom koolhydraten vormen die hij nodig heeft voor de vorming van bladeren, knoppen en ook voor de lengte- en diktegroei. Dit vermogen heeft een boom dankzij de bladgroenkorrels in de bladeren. Deze bladgroenkorrels geven de groene kleur aan het blad en zij zorgen met behulp van (zon)licht voor het proces van de fotosynthese. Bij dit proces ontstaan naast koolhydraten ook zuurstof die noodzakelijk is bij de ademhaling van dieren en mensen. Een honderd jaar oude beuk met een bladoppervlak van 1. Bovendien nemen de bladeren van deze boom in de maanden dat de boom in blad staat nog eens 2,8. Het betreft een enorme douglasspar van 4. De Kroezeboom van Fleringen, nabij Tubbergen. Geschatte leeftijd 4. De Dikke Boom van Verwolde, bij Laren (Gelderland). Geschatte leeftijd 4. De Wodanseiken van Wolfheze. Geschatte leeftijd 3. De Kroezeboom van Ruurlo. Geschatte leeftijd 3. De Kozakkeneik van Delden. Geschatte leeftijd 3. Verschillende eiken bij Paleis Het Loo, Apeldoorn. Geschatte leeftijd 3. De Reuzeneik van Vorden. Geschatte leeftijd 3. De Zomereik op Landgoed Hilverbeek, 's- Graveland. Geschatte leeftijd 3. De Julianabeuk in Dwingeloo. Geschatte leeftijd 4. In maart 2. 01. 1 omgezaagd na aantasting van schimmel op de stam. De Linde van Sambeek heeft een stamomtrek van 7,9 meter en is daarmee de dikste linde van Nederland. Ook wordt het de oudste boom van Nederland genoemd. Hoewel de boom door sommigen ouder wordt geschat, ligt de leeftijd waarschijnlijk tussen de 3. De Moeierboom (een zomerlinde) te Etten- Leur. Geschatte leeftijd 3. De Plataan in Elden bij het witte kerkje. Geschatte leeftijd 3. Reuzenbeuk, op Landgoed den Bramel bij Vorden. Had een omtrek van 7. In 2. 00. 9 is de boom gestorven en gekortwiekt. Geschatte leeftijd 3. De dikste boom van Nederland is de Kabouterboom, een tamme kastanje (Castanea sativa) in het nationaal park Berg en Dal bij Beek- Ubbergen, met een stamomtrek van 8,3. Geschatte Leeftijd: 3.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuthorWrite something about yourself. No need to be fancy, just an overview. Archives
December 2016
Categories |